In juli waren koopwoningen 14,5 procent duurder dan een jaar eerder. Hiermee vlakt de explosieve stijging verder af. In de voorgaande maanden was er sprake van een sterkere groei. Zo bedroeg de jaar-op-jaar stijging in februari zelfs meer dan 20 procent. Met de nodige verkoeling komt er meer lucht voor kopers, al blijft de prijs hoog.
Dat de stijging van de prijs afvlakt, zegt niet direct iets over de betaalbaarheid van woningen. Over juli rapporteert het CBS een gemiddelde verkoopprijs van 445.241. In dezelfde maand een jaar eerder kon je het gemiddelde huis nog onder de vier ton kopen.
Minder woningen verkocht
In juli heeft het Kadaster 16.417 woningverkopen geregistreerd. Dat is bijna 14 procent minder dan een jaar eerder. Ook over een langere periode is het aantal woningverkopen gedaald. In de eerste 7 maanden van dit jaar gaat het om 107.722 verkopen, 22,2 procent minder dan in dezelfde periode van 2021.
De schaarste aan woningen zorgde lange tijd voor minder verkopen. In de afgelopen tijd is juist het aanbod bestaande koopwoningen toegenomen. Toch kan niet iedereen daarvan profiteren door de gestegen hypotheekrente. Daarnaast speelt ook het gedaalde consumentenvertrouwen een rol in de koopbereidheid.