Starters zijn op deze woningmarkt het kind van de rekening. Ze kunnen over het algemeen geen flinke zak spaargeld inzetten. De maximale hypotheek bij het gemiddelde inkomen van starters valt vaak tegen, ondanks de lage rente. Als ouder kan je jouw kind aan een woning helpen, door er één voor hem of haar te kopen. Volgend jaar valt deze koop onder het hoogste tarief overdrachtsbelasting. Hierdoor betaal je al snel duizenden euro’s meer.
Vanaf 2021 betalen starters onder bepaalde voorwaarden geen overdrachtsbelasting meer. Meer hierover lees je in dit artikel. Helaas geldt dit niet voor ouders die op eigen naam een woning kopen voor hun kroost. Sterker nog, in die situatie stijgt de overdrachtsbelasting naar 8 procent. Het hogere percentage geldt voor kopers die niet zelf in het gekochte huis gaan wonen. Op deze manier wordt het beleggen in woningen ontmoedigd. Voor doorstromers blijft de belasting twee procent.
Voorbeelden hogere overdrachtsbelasting Bij een tweede huis, ook al is deze bestemd voor je kinderen, betaal je volgend jaar 8 procent overdrachtsbelasting. De extra kosten kunnen hard oplopen, zo blijkt uit deze voorbeelden:
Joost en Anneke kopen voor hun dochter, die studeert in Leiden, een mooi appartementje. Het appartement kost €165.000. In 2020 betalen zij €3.300 overdrachtsbelasting. In 2021 zou dit €13.200 zijn. Een verschil van €9.900.
Robin en Maaike kopen in 2020 voor hun zoon en schoondochter een degelijke tussenwoning in Amersfoort. De woning kost €275.000, hier over betalen zij €5.500 overdrachtsbelasting. In 2021 zou dit €22.000 zijn. Een verschil van €16.500.
Lees het volledige artikel op findigo.nl