Op 1 juli 2019 zijn de regels rondom rentemiddeling veranderd. In eerste instantie was dit goed nieuws voor woningeigenaren die ook willen genieten van de lage rentestand. Toch is het achteraf gezien minder positief. Door de verandering zijn veel banken terughoudender geworden met het aanbieden van rentemiddeling. Dit is vooral nadelig wanneer alternatieven niet mogelijk zijn, zoals het oversluiten van de hypotheek.
Net als met oversluiten kun je met rentemiddeling ook profiteren van een lagere hypotheekrente. In beide gevallen breek je het hypotheekcontract en betaal je een boete. Bij oversluiten moet je de boete in één keer voldoen. Bij rentemiddeling spreid je de boete uit over de nieuwe rentevaste periode. Rentemiddeling biedt echter niet de allerlaagste rente. Je spreekt met de bank een rente af die tussen de laagste en jouw huidige rente ligt.
Rentemiddeling voor 1 juli 2019 Voor 1 juli 2019 was het gebruikelijk dat geldverstrekkers bij rentemiddeling een extra opslag rekende bovenop de boeterente. Vaak was dit een opslag van 0,2%. Dit werd gedaan omdat een geldverstrekker extra risico loopt als de boeterente wordt uitgesmeerd. Zo kan je bijvoorbeeld verhuizen, waardoor de hypotheek wordt opgeheven. Hierdoor loopt de bank de oorspronkelijk hogere rente mis. Bij oversluiten geldt dit risico niet omdat je de boete direct en in één keer betaalt.
Lees het volledige artikel op jjmeijer.nl